De oorsprong van, of legende achter, de Eisbock is een mooi
verhaal. Zoals zoveel van dit soort anekdotes zal het hier om een ernstige
versimpeling van de werkelijkheid gaan, in de loop der jaren aangevuld met
allerlei details, die dan wel of niet waar zouden kunnen zijn. De legende gaat
als volgt: héél lang geleden had men in Duitsland bij een kroeg twee vaten
bockbier buiten laten staan. Omdat het winter was, was de inhoud ’s nachts
afgekoeld en bevroren. De vaten waren hierbij gebarsten. Degene die de vaten
was vergeten binnen te halen, moest voor straf de bruine drab onderuit het vat
opdrinken. De clue van het verhaal is natuurlijk dat dit stroopje best wel erg
lekker was. Sindsdien is het ambacht van het eisbocken begonnen. Mooi hè!?
Hoe werkt het?
Maar hoe werkt het nou eigenlijk volgens de natuurkundigen?
In feite is bier een mengsel van water, alcohol en smaak (suikers, etc.). Als
het bier wordt bevroren, zal de waterfractie bevriezen. De alcohol en smaak hebben
een veel lager vriespunt en blijven bij de gemiddelde vriezertemperatuur van -17°C
vloeibaar. Om deze fracties te scheiden, zul je de klomp ijsbier rustig moeten
laten ontdooien, waarbij de opgesloten alcohol en smaak, met wat water vrijkomen. Wanneer je
het idee hebt, dat de vrijgekomen vloeistof geen kleur meer heeft, en dus geen
smaak, dan kun je stoppen. Door het verwijderen van het ijs concentreer je het
bier. Men noemt dit ook wel vriesdestillatie.
Het nadeel van deze methode is
dat de verkregen vloeistof geen koolzuur heeft. Je zult dit bier dus van koolzuur
moeten voorzien, of het plat drinken. In principe is dit een soort likeurtje
geworden, dus dat kan ook. Een ander nadeel is dat wanneer je bijvoorbeeld een
bier met een vreemd smaakje of te veel kruiden hebt gebrouwen, je dit niet gaat
wegpoetsen door het bier te eisbocken. Ook als je een heel bitter bier hebt,
zal dit niet persé een lekkere ijsbock worden. In het algemeen kun je stellen
dat de smaken intenser worden, meer alcoholisch, zoeter en ‘donkerder’.
Het experiment
Voor dit experiment zullen we verschillende bieren gaan eisbocken.
Per bier wordt een PET-fles tot
halverwege gevuld. Tijdens het bevriezen wordt het volume van het bier groter, dus
wanneer de fles helemaal gevuld wordt, bestaat de kans dat de fles scheurt. De
fles wordt liggend in de vriezer gelegd voor minimaal 24 uur. Hierna zal de
fles op de kop worden geplaatst (zonder dop) in een maatbeker. Gedurende het
proces wordt de hoeveelheid opgevangen vloeistof en het ijs beoordeeld of het
proces klaar is. Aan de hand van het alcoholpercentage van het bier voor het
eisbocken en de hoeveelheid verwijderd water, kan worden berekend hoeveel alcohol
er in de Eisbock zit.
De bieren voor dit experiment zijn hieronder weergegeven. Hierbij is het doel ook vooral om te bepalen of een bepaald bier of afwijking toch nog tot een smakelijk bier leidt na het ijsbocken.
- Heineken (pils)
- Alcoholvrij Heineken (alcoholvrij)
- Rauchbier (rokerig en bitter)
- Philly Sour bier (zuur bier)
- Geoxideerde blonde (oud bier)
- King Kong Karamel (zoet, dextrines, donkere mout)
De resultaten
Dit experiment is verre van wetenschappelijk. Tijdens het uitlekken van de flessen is visueel beoordeeld of de achtergebleven, bevroren fractie uit kleurloos ijs bestaat. In sommige gevallen, zoals bij de donkere bieren, was het ijs nog licht gekleurd, wat betekent dat er nog 'smaak' is achtergebleven. In de berekening van de toename van het alcoholpercentage is er wel rekening gehouden met puur ijs of water wat verwijderd is. Erg consequent is dit dus niet gebleken.
Na het inschenken van de bieren valt meteen op dat de bieren een donkerder uiterlijk hebben in vergelijking met het basisbier. En dat is logisch door het concentreren van het bier, maar er zal ook wat oxidatie een rol spelen.
Als algemene conclusie kunnen we zeggen dat de smaken die in het origineel aanwezig waren, versterkt in de eisbockversie uitkomen.
- Het alcoholvrije bier heeft voor de behandeling al een lichte moutzoetigheid, en erna is deze smaak sterker geworden.
- Het pils volgt deze conclusie niet helemaal, het mondgevoel lijkt wat wateriger te worden. Verder is de smaak wel iets intenser.
- De winnaar van deze test is het rookbier. Voor het eisbocken was de smaak al redelijk rokerig en het bier licht gebrand. Erna is de porter verandert in een imperial stout met heel veel rokerigheid. Echt heerlijk!
- De biscuit blonde was een bier van over de datum en al stevig geoxideerd. Dit vertaalt zich in de eisbockversie, waarin de oxidatie en zurigheid het bier bijna ondrinkbaar maken. Er lijkt zelfs iets van een augurksmaak aan te zitten.
- De Philly sour was een flink zuur bier, niet vanwege een infectie maar door melkzuur. Een dergelijk type bier lijkt niet geschikt voor het eisbocken. De zure smaak is scherp en niet lekker.
- De King Kong is een type bier wat in theorie goed met eisbocken samengaat. Het origineel is weliswaar te moutbitter door de hoge hoeveelheden caramout, en deze smaken komen in het bier na de behandeling ook terug. De toename in zoetheid maskeren dit gedeeltelijk, maar het bier krijgt wel een onvoldoende.
Conclusie
- Smaken die voor het eisbockproces aanwezig zijn worden over het algemeen versterkt.
- Bieren met een afwijking (oxidatie, zuur, te moutbitter) worden niet drinkbaar(der) door eisbocken.
- De verwachte toename in bitterheid door het eisbocken kon niet worden bevestigd tijdens het proeven.