dinsdag 3 november 2020

Proefnotitie | Turfsteker

De Turfsteker is het eerste bier dat in ons Aguardientevat is gegaan. Het was spannend hoe het bier zich zou ontwikkelen. Met name de invloed van de Aguardiente en het hout was een vraagteken. Voor het vullen was het vat nog wat vochtig van de drank en is er nog 2 liter Aguardiente in gegaan. Daarna is het vat gevuld met een kloon van de Molens Hel en Verdoemenis wat zonder barrelaging al een goed bier en geweldige kloon was. 

Na een maand of 5 hebben we het bier geproefd en alle smaken die we wilden, zaten er in. Er was een duidelijke veroudering van het bier te proeven, de drank was aanwezig en het mondgevoel was bijna perfect. Bijna, dus we hebben nog wat langer gewacht. Na een maand of 6-7 hebben we gebotteld. Het bier dat voor me staat is nu een aantal maanden op fles. De smaak is sinds het bottelen veranderd, het bier is minder scherp en de eikensmaak is beter in het bier geïntegreerd. 

Bij het inschenkem heeft het bier heeft een prachtige zwarte, donkerbruine kleur en een niet-witte, beige schuimkraag. 

Bij het vullen van de fles is er nieuwe gist en 4 gram/liter suiker bijgevoegd. En dat heeft gewerkt. Er is voldoende koolzuur aanwezig om de schuimkraag te vormen en aan de andere kant is het koolzuur voldoende laag zodat het geen negatief effect heeft op de smaak. 

In de geur is duidelijk het eiken van het vat te ruiken. De resterende drank in het vat geeft een iets alcoholische toets. Verder is er een wat zwarte bessenachtige smaak te ruiken. De ruime hoeveelheid donkere mouten in de stort zijn sterk afgezwakt in de geur, maar er is alsnog een fraaie moccageur te ruiken. In vergelijking met commerciële vatgelagerde stouts is dit bier zuurder, zonder dat het hier om een infectie gaat. Dit is de geur van het hout en beperkte oxidatie.

De smaak ligt in het verlengde van de geur. Het eiken staat vooraan in de smaak. Na het bottelen had het bier een ietwat zurige en stroeve nasmaak op de tong. Gelukkig is de invloed van het hout op de smaak afgenomen en weliswaar nog zurig, maar wel beter passend in het bier. 

In vergelijking met het bier dat in het vat is gegaan, is de body van het bier minder geworden. Natuurlijk is het bier niet waterig geworden, maar wel wat dunner. Commerciële vatgelagerde stouts hebben over het algemeen een dikkere en zoetere smaak en vaak is ook de smaak van de originele drank te proeven. Dit bier wijkt daarmee af van deze bieren en waarschijnlijk zijn er geen verkrijgbare bieren met dezelfde smaak zoals deze.

Dit is geen barrel aged stout die je in de winkel koopt. Dat zijn vaak toch veel dikkere, vollere en vooral zoetere bieren. Dit bier is tijdens de vatlagering veranderd van een zoetige, mild gebrande stout naar een minder zoete, iets zurige, stout. Een verbeterpunt zou kunnen liggen in het toevoegen van calciumcarbonaat of gips om de pH wat omhoog te brengen, of door het bier zwaarder te maken, d.w.z. meer alcohol om de zoete en volle indruk te verhogen.

zondag 1 november 2020

Proefnotitie | 24K blond

De 24k blond was een experiment met een hoofdletter E. Binnen 2,5 weken moest het bier gereed zijn. Een flinke opgave dus. Ik koos voor een simpele blonde met wat frutige hop en wat sinaasappelschil en yuzu. Voor de vergisting heb ik de California lager gebruikt. Een soort hybridegist die zowel bij lage als hogere temperaturen kan vergisten. Omdat ik haast had, was het wort niet tot 20°C teruggekoeld, maar bij 24°C in het gistvat gegaan. Tijdens vergisting liep de temperatuur op tot 27°C. Je weet dat het niet goed is, maar het was wel snel klaar. Na 1,5 dag blubte het vat niet meer. Na een paar dagen is het bier geheveld naar een ander vat. Na in totaal 1 week zat het bier in de fles. Het zag er helder uit en het rook goed naar citrus. Na de deadline van 2,5 week is het bier geproefd en ondanks dat de meningen redelijk positief waren, was ik er zelf niet tevreden over. 

Het bier had een iets donkergouden kleur met een volle schuimkraag die langzaam inzakt. De geur heeft iets in zich wat niet direct te duiden is, maar wel iets onprettigs heeft. Als ik het toch moet omschrijven, zou het een overrijpe, bijna rottende, bittere citroenschil zijn. Tijdens het proeven voor deze smaaknotitie zijn we inmiddels een week of 4 verder en is deze geur grotendeels weggetrokken, maar nog wel duidelijk aanwezig. 

De smaak was initieel ook te omschrijven als die overrijpe citroen met daarbij ook een licht trekkerig mondgevoel. Ik wijdt dit aan de hoge temperatuur tijdens vergisten en de kwaliteit van de curacao. Veel wit van de schil en veel gruis in het zakje. Maar ja, dat is achteraf. De smaak is de goede kant opgegaan en misschien ben ik mijn ergste criticus, maar ik ben er nog niet tevreden over. Ik had voor ogen om een fruitig, iets zoetig blondje te maken, maar het ontbreekt dan toch aan een fruitig gistkarakter, een toefje hoppigheid en een zoetje of vollere body. 

Het leermoment is dat je deze gist, en waarschijnlijk veel andere gisten, niet kan mishandelen met een te hoge temperatuur. Dit is natuurlijk een van de eerste dingen die je als hobbybrouwer aan het begin van je carrière leert, maar het is nooit te laat om een open deur in te trappen.