vrijdag 29 oktober 2021

Bockbier, hoe doen de commercielen dit?

Bockbier is de enige echte Nederlandse bierstijl die zo rond oktober overal opduikt en door veel mensen die normaal alleen pils drinken gedronken wordt. De insteek van het artikel is om de overwegingen van bekende, commerciële brouwers te weten te komen voor wat betreft de moutsoorten en gist en ook wat de overwegingen en positionering per brouwerij voor hun bockbier is. Hiervoor heb ik weer een aantal brouwers geïnterviewd en een hele diverse, leuke groep gesproken. Van brouwerij de Molen kwam de eerste reactie die ik niet had verwacht. Er wordt hier namelijk geen bockbier gebrouwen. De reden hiervoor is dat de voormalig eigenaar Menno Olivier dit niet wilde. Als alternatief wordt er nu een Scottish Strong gebrouwen, Guur en Kou. 

Heel waardevolle en mooie antwoorden heb ik gekregen van Muifel, Kaapse, 't IJ, Gulpener, Uiltje en Grolsch. Dat zijn dus deels grote brouwerijen en deels craftbrouwers. Ik had graag nog wat meer informatie gehad en hiervoor had ik Lindeboom, Bavaria, Oedipus, De Eeuwige Jeugd, Grutte Pier, Hert Bier en de Scheldebrouwerij aangeschreven, maar deze gaven helaas geen reactie. De vragen en antwoorden staan hier onder.

 1) De meeste bokbieren zijn gebaseerd op een combinatie van pilsmout en munichmout. Kun je iets meer vertellen over de andere moutsoorten die in jullie brouwerij worden gebruikt? 

De Muifelbrouwer wijkt al direct af van de klassiek combinatie van pils -en munichmout: wij gebruiken helemaal geen munichmout, maar relatief veel cara900 voor een mooie kleur. Melandoinemout geeft een beetje afwijkende touch aan het bier. De moutmelange is essentieel voor een goede bock. Daar hebben we veel aan gesleuteld in de beginjaren.
Het Uiltje gebruikt wel pils -en munichmout met cara -en roastmouten, aangevuld met havervlokken voor het mondgevoel. 

Het Grolsch bokbier bestaat uit pilsmout (gerstemout) en karamelmout. Deze zijn hoofdzakelijk afkomstig van mouterij Weyermann. De single bock van Kaapse, de Matador is gebrouwen uit munich -en pilsmout en een klein percentage rookmout. De reden hiervoor is om het bier droger en meer doordrinkbaar te maken. Verder komen de karameltonen uit de hoog afgeëeste Britse crystal mout. Voor de kleur nog een handje zwarte mout. Een ander Kaaps bier, de Barnabas, is een gerookte doppelbock die hoofdzakelijk bestaat uit munichmout en Duitse beukengerookte mout. Voor volheid en kleur gaan er ook nog Duitse caramout en melanoidinemout in. Het derde bockbier van de brouwerij is een special, de Imperial Sûkerbôle Weizenbock. Dat is geen klassieke bock, maar eigenlijk een zwaar, donker tarwebier, dus er wordt hoofdzakelijk tarwemout gebruikt, maar ook crystal wheat, toasted wheat en roasted wheat

Van Gulpener kwam als antwoord op deze vraag een hele waslijst aan mouten. Zoals verwacht munchener, caramelmouten, biscuit en chocolademout. Daarbovenop ongemoute granen zoals haver, tarwe, rogge, spelt en emmertarwe, maar ik denk dat de vraag niet helemaal begrepen is. 

2) Wat is het verschil tussen een Bockbier en een Belgische Dubbel?

Voor de Kaapse is een Bockbier traditioneel een volmout, ondergistend bier, met uitzondering van de Weizenbock. De moutsoorten hebben hierin de hoofdrol, met name munichmout en caramouten. In een Belgische dubbel speelt juist de Belgische bovengist de hoofdrol en mout een meer ondergeschikte rol. De meeste Belgische dubbels bevatten ook een deel suiker of karamel in hun stort om de body te verlichten. De bock van Muifel is volmout en in hun dubbel gaat suiker. Daarbij is de dubbel ook fruitiger en heeft meer gistkarakter, waar de bock wat strakker in het gistprofiel is. De verschillen zijn volgens hem wel klein. Ook het Uiltje beschouwd de verschillen tussen beide stijlen als klein, vooral als je naar de moutstort kijkt. Enig verschil is dat een bock veelal met een ondergist of neutrale bovengist gebrouwen wordt en een dubbel juist met een gist die een breed smaakprofiel heeft (qua alcohol, esters, etc). 

De Natte (dubbel) van 't IJ is veel zoeter dan de bock door de grote hoeveelheid caramout. In de IJbok zit veel meer gebrande mout die het bokbier een geroosterde smaak geeft. Het paradepaardje van de Gulpener is de ondergist, dus logisch dat men hier het type gist belangrijk vindt. De uitleg op basis van het type gist is dan duidelijk: een bockbier is klassiek ondergistend en een Belgische Dubbel is bovengistend.

Bij Grolsch is men vrij stellig: Belgische brouwers brouwen geen Bock maar Dubbel. Een paar brouwtechnische onderscheidingen zijn de moutsoorten, het stamwort en het feit dat een bock traditiegetrouw ondergistend gebrouwen wordt. Belgische abdijgist is compleet anders in estervorming dan ondergist. Bovengistende bieren zijn erg uitgesproken in bepaalde aroma’s en ondergistend hebben enorm veel aroma’s maar zijn minder uitgesproken.

3) Een bokbier is van oorsprong een ondergistend bier. Welke soort gist gebruiken jullie, ondergist of bovengist?

De brouwerij die bij uitstek een ondergistend bier maakt, is natuurlijk Gulpener. Bij Muifel heeft het overstappen van een bovengist naar een ondergist een veel mooiere bock opgeleverd. De single Bock en Doppelbock van de Kaapse brouwers worden vergist met een ondergist met een Beierse oorsprong. Grolsch, als grote pilsbrouwer gebruikt vanzelfsprekend ondergist, dezelfde gist als voor hun pils. Dat is vanaf het begin altijd zo geweest.

De Weizenbock, wat natuurlijk een wezenlijk ander bier is, wordt hier met een blend van gisten vergist. Eerst de traditionele Weizengist voor het bananen -en kruidnagelaroma, daarna een Belgische gist voor meer kruidigheid en zwarte peper. Voor een diepe vergisting wordt er een Britse gist gebruikt. 't IJ wordt met een bovengist gebrouwen, de typische huisgist en ook 't Uiltje gebruikt een bovengist. 

4) Wat zijn voor jou de belangrijkste stijlkenmerken van een Bockbier. 

'Herfstbier met een roostsmaak', is het antwoord van 't IJ. Hierbij is het belangrijk dat het bier niet te zoet is, want vele bokbieren zijn (te) zoet. 'Die van ons niet.' Er wordt een licht bittere hop en voldoende roostmout gebruikt zodat je het idee hebt dat je bier het drinken bent. Ook Gulpener noemt de gebrande en geroosterde smaken in combinatie met karamel en volmout, doordrinkbaarheid en fruit in de neus. Een belangrijke toevoeging die Grolsch doet is zoet en vol, bovenop het donkere, karamelachtige. Bij Kaapse is mout, mout en mout het belangrijkste kenmerk van een bock. De stevige basis van munichmout die een volle smaak en body biedt. Daarbovenop de gekaramelliseerde mouten voor de volle, en zoete smaak. Een handje geroosterde mout gaat er in voor een hint van roast en kleur en een lichte 'bite'.  

'Een moutgedreven bier met een leuke twist in ons geval (denk choco, hazelnoot, apfelstrudel, etc.)', zegt het Uiltje. De kleur en schuim wordt vaak onderschat, vindt Muifel, deze is voor de consument heel belangrijk. Natuurlijk ook de moutige caramellige smaak -en laag in de hop en moutbitters lijken me heel belangrijk voor een bock.

5) Wat is jullie twist op de stijl?

Verwacht van Gulpener geen rare ingredienten: de bock is gebaseerd op de klassieke Gulpener pilsgist en heeft volgens eigen zeggen meer gebrande, geroosterde mouten. Bij Grolsch ook geen fratsen, het klassieke recept wordt in stand gehouden. Bockbier is voor hun echt een Nederlandse bierstijl geworden over de jaren en wordt ook al ruim 100 jaar gebrouwen. Grolsch maar ook Amstel hebben hier volgens de brouwer min of meer de basis in gelegd. In Nederland heb je tegenwoordig klassieke stijlen en de modernere stijlen. Veel brouwers voegen er iets aan toe. Dat is een kwestie van smaak. Ik vind persoonlijk de klassieke bokbier al veel smaak in zich hebben. Toevoegingen zouden wat mij betreft moeten passen bij de stijlkenmerken van het bier. Maar ook dat is een kwestie van smaak. 

Dat ze bij het Uiltje geen stijlpuristen zijn, is wel duidelijk. Denk hierbij aan de apfelstrudel en andere bijzondere ingredienten.  'Alles mag', zeggen ze zelf. 'Het is belangrijk dat zowel de consument als wij zelf blij worden van het eindproduct.' 

De twist bij 't IJ is de eigen huisgist die fruitige esters ontwikkelt tijdens de vergisting en die naast de licht bittere koffiesmaak van de roastmout, een fris tintje aan het bier geeft. Het resultaat is een goed doordrinkbare bok met 6,5% alcohol.

De Bockski van Muifel is ook zeker niet standaard, met gerookte whiskymout in de stort. De Ossebock van dezelfde brouwerij is dan wel weer een klassieke bock, waarvan de inspiratie afkomstig is van een van de favorieten van de brouwer, de Amstel bock. De twee vaste bocken van Kaapse hebben ook rookmout in het recept. De brouwers vinden dit zelf erg lekker en voorkomen daarmee ook dat het bier te zoet wordt. Zoet bier is er al genoeg op de markt. Het laatste bier van de Kaapse brouwerij is geïnspireerd op Fries suikerbrood en is een Weizenbock met een pastrytoevoeging (lactose) om het te laten lijken op de Sûkerbôle.

6) De stijl Bockbier heeft in Nederland een eigen ontwikkeling doorgemaakt. Daarmee is het ook een van de weinige typische Nederlandse bierstijlen. Waarin verschilt de Nederlandse Bock met de traditionele Duitse?

Gulpener verwoordt het kort en krachtig met een antwoord dat de algemene perceptie van de Nederlandse bock goed omschrijft: over het algemeen een stuk zoeter en minder bitter. Grolsch zegt dat ze over het algemeen minder uitgesproken zijn en 't IJ ziet vooral de variatie binnen de kleinere Nederlandse brouwerijen: Nederlandse bok is enorm in ontwikkeling. Iedere herfst zie je weer een hoop nieuwe varianten met nieuwe originele ingrediënten. Het is ook een leuke bierstijl om variaties bij te bedenken die fijn samen gaan met die roasty taste. Volgens 't Uiltje is de 'Nederlandse Bock' nog steeds geen officiële bierstijl en in principe een nieuwe take op de Duitse variant. Waar in Nederland veelal met bovengist wordt gewerkt en diverse andere ingrediënten worden gebruikt, blijven de Duitsers traditioneler en brouwen volgen het Reinheitsgebot. 
 
 Muifel: Het seizoensbier idee is typisch Nederlands. Ik ken niet eens zo veel Duitse gewonen bockbieren alleen maar dubbel bockbieren en de bittere Einbock Urbock. Ik denk dat de Duitse bocken over het algemeen veel zoeter zijn en vanzelfsprekend met veel minder aparte ingredienten vanwege het Reinheitsgebot. De brouwer bij de Kaapse vindt de meeste bockbieren die al jaren door de grote Nederlandse brouwerijen worden gebrouwen weer wat aan de zoete kant. Men schijnt te denken dat dit is wat de Nederlandse consument verwacht van de stijl. Gelukkig zien we ook al jaren dat de kleine Nederlandse brouwers meer smaakvariëteit ten toon spreiden. In een aantal voorbeelden wordt dit uitgelegd: in 2012 brachten Emelisse, Jopen en De Prael al nieuw elan in deze traditionele stijl door ieder een versie met noten uit te brengen. Emelise een met hazelnoten, Jopen met kastanjes en De Prael met amandel. In 2013 hernieuwde ze deze samenwerking door drie bockbieren uit met vruchten te brouwen (respectievelijk rozijnen, vijgen en dadels).

'Sindsdien zijn er meer (kleine) brouwers die innovatieve variaties op deze oude stijl uitbrachten. Walhalla brengt bijvoorbeeld al jaren een Doppelbock met een groot aandeel rogge uit. X-brewing brouwt sinds een paar jaar een bock met dragon uit. Rock City brouwt al een paar jaar een pastry bock met pecannoten, marshmallow, cacao en vanille. Dus hoewel ik meer van de traditionele leest ben qua bockbieren, denk ik dat die innovatieve interpretatie van de stijl juist typisch voor het Nederlandse bock bier van de 21e eeuw is'.
 
7) Wat is volgens jou het beste bokbier? Waarom? 
 
Het antwoord van de brouwer van 't IJ is verrassend: ik drink niet graag bokbier. Bij Gulpener wordt er daarintegen het liefst eigen product gedronken, de Gulpener Herfstbock. Trots melden ze dat het de enige Nederlandse bock met Nederlandse granen en hoppen is.  
 
'Vanzelfsprekend onze eigen bokbieren!, zoals de "Life is like a bock of Chocolates" en "Apfelstrudel Doppelbock"', aldus het Uiltje. Daarnaast is men hier ook gecharmeerd van de Amstel Bock, Jopen 4-granen bok en IJbock. En ook bij Grolsch drinkt de brouwer graag zijn eigen Herfstbock. Eén van de oudste bokbieren van Nederland en écht stabiel in smaak gebleven. Vers bokbier is favoriet, maar voor de liefhebbers is er ook de gerijpte bok van Grolsch. Deze bok heeft een jaar liggen rusten in de donkere en koele munitie bunkers op vliegbasis Twenthe. De bok is daardoor wat ronder qua smaak.
 
Voor Martin van de Muifelbrouwerij kan het twee kanten op, ofwel een mooi, moutig, zacht, doordrinkbaar bier of een zware moutbom van 11%. De brouwer van de Kaapse drinkt het liefst Duitse bokken zoals de Aecht Schlenkerla Eiche Doppelbock of Urbock, of anders de beter verkrijgbare Korbinian van Weihenstephaner.

 

vrijdag 8 oktober 2021

Perkūnas | Baltic Porter

De ketels van brouwerij Het Ferment hebben de afgelopen maanden flink stof staan vangen door een verhuizing. De hele voorraad bier is op en er moet weer nodig gebrouwen worden. Als je zo een tijdje niet brouwt, vergeet je veel dingetjes die altijd volgens een vaste routine gingen. Zo ook bij het brouwen van deze Baltic Porter. Na het opwarmen van het brouwwater en het storten van de mout kwam ik er achter dat de onderste filterplaat er niet in zat. Het gevolg was dat de plakkerige, hete handel uit de ketel moest. De pomp zat ook nog eens vol met bosteldeeltjes en na veel geklieder kwam het weer goed. Wel wat verlies en geknoei, maar het brouwen daarna ging goed, totdat ik besefte dat er een paar liter te veel maischwater in de ketel waren gegaan. In principe geen probleem natuurlijk. Daarna kwam er uit mijn koelspiraal water wat wel erg stonk en er dreven rare vlokken in het vocht. Vervolgens schoot er tijdens het koelen een slang van de spiraal en spoot het water in het rond. Die ochtend had ik nog zo beloofd aan mijn vrouw om er geen zooitje van te maken, dus snel op de knieën met een dweil aan de gang. Hierna kwam ik op het punt dat ik dacht dat ik alles gehad had, toen bleek dat mijn giststarter toch niet zo actief was als verwacht. Normaal gesproken zou ik daar al dagen van tevoren mee bezig zijn, maar deze 'routine' was me volledig door het hoofd geschoten. Een licht chaotische dag dus, maar het bier zit in het vat met een flink lagere dichtheid (1058) dan gedacht (1080) door te veel maisch -en spoelwater en verliezen. 

Wat is een Baltic Porter?

De stijl Baltic Porter is afkomstig uit de Baltische staten en is een eigenzinnige aanpak van een donker zwaar bier. Volgens bronnen is de stijl ontstaan nadat imperial stouts vanuit Engeland richting het oosten werden geëxporteerd. De Baltic Porter was in eerste instantie een poging om iets soortgelijks te brouwen, maar door het zachte water en de beschikbare ondergisten werd het bier een stijl op zich. De ondergist biedt weinig gistkarakter en het bier rust dan ook sterk op de mout. De relatief lage bitterheid geven het bier een zoetere indruk en er is geen gebrande of geroosterde smaak aanwezig, maar meer chocolade en mocca. De meeste Baltic porters zijn over het algemeen vrij stevig in alcohol, tussen de 7% en 9%, maar zoals gezegd is dit anders gelopen bij dit bier.

In dit bier is de gefermenteerde hop gebruikt. Na het fermenteren was de geur nog niet erg lekker, en kwam deze gek genoeg nog het dichtst bij de geur van een dierenwinkel. Je weet wel, zaagsel, hamsterpoep, hondenbrokken, de vochtige lucht van de aquaria. Na het drogen van de hop, werd de geur steeds meer pruimtabak, gedroogde cranberry, perzik en daartussendoor een licht afgezwakte hopgeur, licht prikkelend. Interessant zeker! In het wort is deze geur niet goed te ruiken, maar wellicht in het bier zelf wel.

 Het recept

Aantal liters------- : 17 liter
Gewenst begin SG---- : 1058
Brouwzaalrendement-- : 70 %
Totaal brouwwater--- : 22 liter
Spoelwater---------- : 2 liter
Maischwater--------- : 20 liter
Kooktijd------------ : 60 minuten
Berekende kleur----- : 75 EBC (Morey)
Berekende bitterheid : 20 EBU (Tinseth)

 60% 2900 g    Munichmout                           20  EBC   
 32% 1546 g   Pilsmout                                     3 EBC   
 1%       48 g   Carafa I                                 630  EBC
 3%     145 g   Geroosterde gerst                1400 EBC
 3%     145 g   Caramunich                           120 EBC
 1%       48 g   Chocolademout                     800 EBC   

 
Maischschema
60m/67°C Maischdikte is: 3.44 L/kg
5m/73°C Maischdikte is: 3.44 L/kg
1m/78°C Maischdikte is: 3.44 L/kg


 Pellets  48 g  2.3 %az  60 min P Styrian Goldings
 Pellets  20 g  5.8 %az  10 min P Perle

 Pellets  21 g  9.2 %az  0 min P Centennial (fermented) whirlpool

 Gistsoort:        Bavarian Lager (Beirm) 

 

zondag 3 oktober 2021

Hop fermenteren

Fermenteren van hop. Laat dat eens goed tot je doordringen. Fermenteren, het omzetten door middel van micro-organismen wordt toegepast bij bier, wijn, zuurkool, kaas, maar hop fermenteren is een proces wat niet in de lijn der verwachting ligt. Hop wordt gebruikt om bier smaak te geven, met als belangrijkste bijdrage het bitter en aroma. De stelregel hierbij is hoe verser de hop, hoe aromatischer en 'hoppiger'. De hoppigheid die we zo waarderen in bier bestaan uit hopoliën en vluchtige verbindingen. Wanneer hop een 'fermentatie'proces ondergaat, zullen deze componenten van samenstelling veranderen en worden er vooral minder 'frisse' smaken gevormd, zoals tabak, sherry, krenten, gedroogd fruit, rozijnen. Niet iets wat je dus zou verwachten van dit doorgaans zo frisse gewas. In Amerika is er een brouwer genaamd Mike Karnowski geweest die dit experiment heeft uitgevoerd en gepresenteerd op de FB-pagina van Milk the Funk. De Facebookpost werd begeleid door een aantal aantrekkelijke foto's van verse, groene hopbellen tot aan het eindproduct; de samengeperste bruin-groene klompen. Ondanks dat er nog geen bier mee gebrouwen was, waren de reacties laaiend enthousiast (voor zover ik kon zien van hoofdzakelijk stroeve biernerds).

Ter illustratie vermeldt de schrijver ook een aantal links waarin vergelijkbare processen worden uitgevoerd en die de inspiratie voor dit experiment zijn geweest. Een van de voorbeelden is het anaerobisch (zonder zuurstof) fermenteren van tabaksbladeren, waarbij er veel 'smaak' gevormd wordt. Verder is er een stimulerende link waarin het proces wordt beschreven waarbij cannabis wordt begraven. Tijdens fermentatie onder de grond verandert de kwaliteit van de 'buzz' van goed naar geweldig door de omzettingen in de wiet.

Het fermenteren

Het uitgangspunt voor het fermenteren is vers geplukte hop. De bellen worden kort gedroogd, tot een relatieve luchtvochtigheid van 80%. Ruwweg komt dit neer op 20% gewichtsafname. De RH van 80% is bepaald door de hop in een pot te stoppen met een RH-meter, waarbij er een evenwicht ontstaat. Deze eerste droogstap is bedoeld om de buitenzijde van de bellen wat te drogen en eventueel aanhangend vocht te verdampen. We willen immers een fermentatie hebben en geen 'rotting' door ophopende waterdruppels.
 
Daarna wordt de hop vacuüm geseald. De hop wordt dan in een zweetkast/oven gelegd bij 37°C, om zodoende de hop te fermenteren. Het vacuüm is bedoeld om er voor te zorgen dat er geen zuurstof aanwezig is en er dus geen schimmel in kan groeien. Zoals de bedenker van het experiment ook terecht opmerkt wordt er gesproken over fermentatie, maar eigenlijk is het onduidelijk wat er precies gebeurt. Op de hopbloemen zijn er bacteriën en gisten aanwezig die hieraan kunnen bijdragen, maar ook enzymen zorgen voor omzettingen. Na het zweten wordt de hop nog 1 week in de vacuümzak gehouden om het proces langzaam te voltooien.
Hierna wordt de hop uit de zakjes gehaald en gedroogd tot een typisch vochtgehalte van de hop (10% vocht), zoals 'normale' hop. Daarna zou de hop klaar zijn voor gebruik. Volgens de uitvoerder van het experiment is de smaak van de originele hop niet meer herkenbaar, maar zijn er de eerder genoemde smaken zoals gedroogd fruit en krenten ontstaan. 
 
In mijn eigen experiment is Centennial gebruikt. Een vrij uitgesproken citrusachtige hop. De smaak is inderdaad sterk veranderd en heeft veel weg van tabak, hout en toch ook echt wel de hopgeur. Zoals in onderstaande foto's te zien is, is de kleur volledig bruin geworden.

 
Zo op papier dus een geweldig idee, met ook veel parameters die tijdens de proef gevarieerd kunnen worden. Ik denk hierbij aan het zweten voor een langere duur en op lagere of hogere temperaturen, het verder indrogen of flushen met andere gassen om zuurstof te verdringen. De mogelijkheden zijn bijna eindeloos. Met de gefermenteerde hop wordt er een Baltic Porter gebrouwen om de donkere smaken te combineren met een moutige basis. We gaan het zien.