De gloeilamp is volgens veel schoolboeken uitgevonden door Thomas Edison. In werkelijkheid was er eerst iemand die een koolstofdraad kon laten gloeien. Daarna kon een ander een platinadraad iets langer brandend houden. Maar dan nog: na enkele seconden brandde de draad door. Vervolgens kwam er iemand op het briljante idee om er een vacuümbol omheen te zetten, waardoor de lamp veel langer bleef branden. Nog weer iemand anders kwam daarna op het idee om in het bolletje Argon-gas te doen, wat de levensduur van de lamp verlengde en het licht feller maakte. Die Edison deed eigenlijk 1 ding heel goed: hij bundelde ideeën en maakte er een commercieel verhaal van. De King Kong is voor mij een eerste aanzet die je kunt vergelijken met het laten opbranden van een koolstofdraadje. Elke goede uitvinding begint met een Eureka-idee en dan begint het lange slijpen en verder fijnslijpen.
Om uw geheugen nog even op te frissen: in dit bier zijn alleen caramouten gebruikt, wat voor heel veel melanoidinen, dextrines en donkere smaken zorgt. De enorme zoetheid, plak en intense smaken zijn door middel van een makkelijk vergistbare suikerbron weer gebalanceerd.
In de uitwerking is er vervolgens alle caramout uit de voorraad in de maischketel gegaan. Natuurlijk was er wel nagedacht om niet alleen maar mouten in de range van 100+ EBC te gebruiken, maar feitelijk was er geen echte keuze. Met de aanwezige mouten is e er een bier ontstaan met een prachtige donkerbruine kleur en een bruine kraag. De geur is natuurlijk heel moutig en zoet en doet denken aan donkerbruin brood, caramel en Turkse tabak. Niet onaangenaam.