De bezoekers van de lezingen behoren over het algemeen toch tot de serieus toegewijde beergeeks en brouwers. Zoals ik het kan inschatten uit de gestelde vragen waren ze afkomstig uit Canada, Zweden, Noorwegen, Duitsland, Frankrijk en België. En dan heb ik er waarschijnlijk nog een aantal gemist. Zoals gezegd, waren er heel veel lezingen. Je kunt het zo gek niet bedenken of er was wel een lezing over. Omdat ik alleen zaterdag aanwezig was, ben ik naar Marco Daane en mijn idool Lars Marius Garshol geweest. Als ik meer tijd had gehad, zou ik ook zeker naar lezingen op donderdag en vrijdag over gistkweek, Brett en yeast wrangling gegaan zijn. Tijdens mijn eerste lezing presenteerde Marco Daane een soort highlights uit zijn boek over gist. Ik had nog nooit
van hem gehoord, maar hij is blijkbaar een bekend bierboekschrijver. Door middel van verschillende bronnen en documenten werd duidelijk gemaakt hoe men met gist in het verleden omging. Het is interessant om te horen dat voordat men wist wat gist was, wel al een gebruik maakte van de werking van gist. Door het hergebruik van houten gistvaten, en roerstokken werden gisten iedere keer opnieuw geintroduceerd en het wort snel vergist. Ook de handel in gist door de Romeinen (?) is beschreven, waar gist van brouwer naar bakker werd verkocht. In Beieren werd toen al een tijdje ondergisten bedreven. In grotten werden vaten met wort/bier gezet, waardoor de ondergist, want bij lage temperaturen wordt gebruikt. Later volgt dan de isolatie en reinkweek en determinatie van giststammen. Een vermakelijke en informatieve lezing dus.
Na een korte onderbreking en een kleine drinkpauze (water) ging de volgende lezing van start. Lars Marius Garshol is een man met een missie. Hij heeft inmiddels de Kveik op de kaart gezet, en is nu bezig om de landen richting het oosten te verkennen. Inmiddels is hij in heel Scandinavie en Rusland geweest, maar ook in Litouwen. Het blijkt dat Litouwen een behoorlijk eigen kijk op het brouwen heeft. In een groot aantal gevallen lijkt dit sterk op de Noorse brouwtraditie, maar door politiek en religie in het verleden gecombineerd met een isolatie van het land, zijn er praktijken zelf bedacht. Bij zijn eerste reis kwam Lars bieren tegen met frambozenstelen en doperwten (15% van de moutstort!). Er zijn nu een aantal grote brouwers en nog een enkele uit de krachten gegroeide thuisbrouwer. De bieren zijn qua smaak afwijkend van wat wij normaal vinden. Een van de redenen is de unieke smaak van de Litouwse mouten. Deze geven veel smaak door het moutproces. Hoe dat precies komt, werd mij niet helemaal duidelijk. Een ander bizar feit zit hem in hem in het ontbreken van het koken van het wort. Aan het wort wordt na het maischen een gekookte hopthee toegevoegd en vergist met de unieke giststam. De gist is wel echt anders dan de Kveik gist, Litouwse gist in niet te drogen tot vlokken, maakt wel fenolen aan en geeft een andere smaak. Wellicht dat de mogelijkheid tot drogen verloren is gegaan als gevolg van het jaarrond brouwen.
Een ander bier is het Keptinis-bier. Dit is een zeer speciaal brouwproces, waarbij eerst een korte maisch wordt uitgevoerd, waarna de 'broodjes' bostel met wort in een over worden gebakken. Het maischen zorgt voor een afbraak van zetmeel, door de temperatuur in de oven vindt er caramellisatie plaats. Dit bier is zeer rijk van smaak. Het was weer een goed verhaal, een mooie combinatie van informatie en vermaak.
Na deze bierloze middag, het was inmiddels 7 uur 's avonds, besloot ik toch maar naar
Daarna was het al bijna tijd om naar huis te gaan. Na een laatste stop bij het Arendsnest was het goed geweest. Tot volgend jaar!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten