vrijdag 28 juni 2019

Carnivale Brettanomyces 2019

De bus komt volgens mijn app wel, volgens de werkelijkheid echt niet. Na 12 minuten besluiteloos heen en weer ijsberen, besluit ik naar de andere kant van de weg te lopen om die bus dan maar te nemen. Eerst de verkeerde kant op, vijfentwintig minuten extra reistijd, maar dan ben ik tenminste onderweg. Ik stap in de bus en na nog geen tweeënhalve minuut zie ik daar in tegengestelde richting de 365 aankomen. Dat begint lekker. De buschauffeur roept vrolijk: Daar is tie! Joeh, bedankt hè! Iedereen in de bus lacht naar me. Echt een goede grap inderdaad. 

Afijn na anderhalf uur sta ik op Amsterdam Centraal. De verse wietlucht opsnuivend, baan ik me een weg door de drukke stationshal. Ik ben onderweg naar de Waalse Kerk. Niet om te bidden, maar om te luisteren naar een Duitser die komt vertellen over een koelschip. Vanwege het gedoe met de bus, ben ik wat aan de late kant. Helaas is dat wat zacht uitgedrukt, want van de anderhalf uur lezing kan ik er, in het beste geval, nog 10 minuten meepikken. Onderweg raak ik een klein beetje verdwaald, en zit ik op de verkeerde gracht. Het lijkt daar ook allemaal op elkaar! Te laat dus! 

Het enige voordeel was wel dat ik nu precies op tijd was voor de volgende lezing. Richard Preis kwam vertellen over de geheimen van kveik en hoe je deze gisten met de kennis van nu kunt gebruiken. Richard is professioneel microbioloog en heeft in Canada een bedrijf die gist levert aan brouwerijen. Ik had hem al een aantal keer in Amsterdam gezien, als een soort sidekick van Marius Garshol, en die zou je kunnen kennen als DE kveikguru. Hij en Richard hebben veel samengewerkt om de eigenschappen van alle kveikstammen te ontrafelen. 
In de pastorie van de kerk scheen de zon door de hoge ramen fel naar binnen waardoor de temperatuur weer tot standje sauna was opgelopen. De lezing was boeiend, maar in principe werd er niets nieuws verteld, althans voor mij. Het was mooi om te horen dat er nog veel wordt bestudeerd over enthoeveelheden en temperaturen. En natuurlijk de bekende informatie over vergisting op 35°C, drogen van de gist en dan ook nog eens een cleane smaak. Hier en daar steeg er een sporadisch 'Oeh' of 'Ah' op, maar het publiek bestond grotendeels uit 'wist-ik-al-lang' mensen. Een goede tip was om de kveikstammen eens in een NEIPA te gebruiken. 

Na een kort applaus, snel naar buiten, je kon bijna het bier horen roepen. Het dichtstbij en een vaste prik tijdens dit festival was altijd Brouwerij de Prael. Meteen bij het binnenstappen bleek er niet veel gaande. De temperatuur was wel weer als vanouds, binnen 5 minuten had ik het zweet in mijn naad staan. Voor de vorm en de dorst heb ik een bier besteld, een Praelbier drink je het best vers. Een Gouden Doesj werd het, en dat bleek dus inderdaad een Golden Shower. Als je dan toch in Amsterdam bent.

De volgende stop was de Beer Temple. Bij binnenkomst was het niet heel druk. Het bierbord was weer gevuld met van alles onbekend Amerikaans en zuur van brouwers als Ale Apothecary, Birds fly South, Fonta Flora, Yazoo, etc. De glazen waren niet te groot en dat was maar goed ook. Mijn tere keeltje raakte redelijk snel uitgemergeld van al dat zuur. Toegegeven, de bieren hadden veel variaties op het zure. 
Er was een tap takeover van Yazoo Brewing. De hoofd cellar master was speciaal overgekomen, omdat Amsterdam zo 'special' is. En ik begrijp dat wel. De alcoholpercentages van zijn bieren liepen uiteen van 4 tot 10%, maar vooral de toevoegingen van zwarte bessen, abrikozen, kersen, vanille, bourbon, diverse vaten, bloemen zorgden ervoor dat het zuur elke keer net anders smaakte. Opvallend genoeg heb ik geen enkele Brett gezien op het bord. Gelukkig werden er niet alleen kopjes zuur getapt, maar was er ook een welkome afwisseling van een IPA of stout. 

Nadat ik tot driemaal toe het laatste bier had gedronken, heb ik mijzelf getrakteerd op een broodje Falafel. Ik had inmiddels voldoende bier op, het smaakte me ook nog eens geweldig, denk ik. Nog eentje en ik ga naar huis. Het werd het Arendsnest. 
Binnen zaten er 6 man aan de bar. De bieren van Oersoep en Nevel zie je niet vaak op tap, dus die wilde ik wel proberen. Toch ook weer zuur dus, maar wat mij betreft lekkerder dan de Amerikaanse bieren. De man naast me aan de bar zag er uit alsof hij was weggelopen uit een aflevering van 'Allo, Allo', en verdomd, het was een Duitser die ook Nederlands sprak. 'Dieses Bier is een beetje Sauer, aber verdammt tasty too!' Het gesprek verliep in alle talen.


En toen was het echt tijd om naar huis te gaan. Elk jaar zijn er meer evenementen, maar helaas ontbreekt het aan de tijd. Verder heb ik helemaal niets met Foodpairing, dus dat scheelt al tijd. Volgend jaar ben ik er weer bij.

zaterdag 8 juni 2019

Bier drinken in Sacramento, USA


Voor mijn werk ben ik laatst een week naar Amerika geweest. Op voorhand had ik al even onderzoek gedaan naar welke bekende brouwerijen er in de buurt zouden zitten. De bestemming lag in de buurt van Sacramento, California, dus ik had direct Anchor brewing, Sierra Nevada, Ballast Point en Russian River in gedachten. Op de kaart ligt dat allemaal best wel dicht bij elkaar, maar helaas in werkelijkheid is dat best wel een eind uit elkaar. Ik besloot om het ter plekke maar uit te zoeken. Als je naar een willekeurige stad kijkt, in dit geval Sacramento of specifieker Folsom, zie je ongeveer op elke hoek van de straat wel een brouwerij, brewpub of iets anders wat met craftbeer te maken heeft, dus het zou wel goed komen.

Toen ik eenmaal voet op Amerikaanse bodem had gezet, bleek dat ik een middag voor mijzelf had. Met de Untappd -app alle venues in de buurt gezocht.  Er bleek geen enkele ''grote naam' bij te zitten. Op loopafstand zat een brouwerij. Vol goede moed, met een verse jetlag in de knieën, ben ik op pad gegaan. Onderweg werd me duidelijk dat normale mensen in Amerika niet lopen, maar alles met de auto doen. Alleen zwervers lopen. Bij het oversteken over de vijfbaansweg zag ik mensen met een blik ergens tussen irritatie en medelijden naar me kijken. Halverwege de zebra begon het stoplicht te knipperen, en vanaf 15 seconden omlaag te tellen. Ongeduldig hoorde ik gaspedalen al wat ingetrapt worden. Half hollend ben ik aan de overkant gekomen.

Na een minuut of twintig wandelen in de Californische zon arriveerde ik op een parkeerterrein vol met pick-up trucks. Middenin stond een grote betonnen schoenendoos, waar allerlei reclameborden op waren bevestigd. Een daarvan was van de Fort Rock Brewing Company. Het was dinsdagmiddag 2 uur, dus ik verwachtte niet al te veel mensen binnen. Tot mijn verbazing zaten er een stuk of 30 mensen binnen. Allemaal aan de pints met IPA.

De brouwers waren net bezig met het koelen van een IPA. De geur was fantastisch, de ruimte was gevuld met een intense hopgeur. Ik stond geïnteresseerd te kijken naar wat ze allemaal aan het doen waren, toen ik met de brouwer in gesprek raakte. Hij nodigde me uit tussen de tanks. Ik vertelde hem dat ik een hobbybrouwer was, dus ik kreeg de Grand Tour. Ik verwachte een hoop nieuwe inzichten te gaan horen, maar dankzij het internet zijn er geen geheimen meer over hop, hoeveelheden, koffietoevoegingen, lagertijden, etc. Alles wat de brouwer vertelde had ik al eens gelezen.

De vraag naar hun bier kunnen ze nauwelijks aan. En dat is best wel knap voor een van de vele brouwerijen in de stad. Craft beer is, misschien hier nog wel meer dan in Nederland, big bussiness. Ik bestelde een proefplankje van de bieren. De meeste bieren waren gangbare IPA's met een goede hopbalans. Een aantal jaren geleden zouden dit soort bieren niet in Nederland te krijgen zijn, maar inmiddels hebben we de hoeveelheden hop gelijk getrokken. Een van de IPA's had komkommer als toevoeging. Als je het niet weet, zat er gewoon een soort groentesoepsmaak aan. De brouwer had in andere bieren een voorkeur voor Europese, nobele hoppen en dit was mooi te proeven in een lager en een brown ale.

Daarna begon de hectiek van het werk, maar na het werk moest er toch gegeten worden. Uiteraard met een paar biertjes. Nu waren we bij BJ's restaurant aanbeland. Een stampvol restaurant, waar duidelijk niet gebrouwen werd, maar waar de vergistingstanks wel goed zichtbaar stonden opgesteld. De bieren waren wat teleurstellend. De brown ale was waterig, de stout erg moutbitter en wat zuur, de porter was te gebrand. De Guinness was dan nog het best. Gelukkig was de steak groot, sappig en zacht. 


Een aantal dagen later reden we langs een brouwerij 'Out of Bounds'. Het zag er leuk uit. Ze adverteren met een grote Biergarten. Volgens de man met wie ik was, waren de bieren niet geweldig, maar die biergarten was wel goed. Diezelfde avond zijn we er toch heengereden. Bij binnenkomst leek het wel alsof we bij een feestje binnenkwamen. Er waren veel mensen die mooi aangekleed waren, in een hoek iets van een bruiloftsreceptie. De bieren waren prima, hier waren ook de NEIPA's en kettle soured fruitbieren te drinken. De serveersters stonden binnen no-time aan onze tafel 'How are you doing, guys?' De bieren waren goed, de bediening snel en na een goede maaltijd met een aantal bier en wat leuke gesprekken met 'Mericanen, hebben we een dikke tip achtergelaten.

De avond voor vertrek zijn we naar een club geweest. Je waant je hier in een film. Dat in Amerika alles groter en meer is, is echt niet overdreven. De meesten bezoekers kwamen in hun veel te grote pick-up trucks aangereden, mannen met baseballpetjes op en met baseballshirts aan, de vrouwen hebben te veel make-up. Bier werd er blijkbaar niet veel gedronken, de meesten dronken shots. Er was live countrymuziek, maar het mooiste was de de hiphopruimte. De vrouwen stonden op de dansvloer, er werd geschuurd en gezweet, een grote glijerige bende. Gedurende de avond hebben de hele bierkaart doorlopen, met tussendoor een shot. Begonnen met een Lagunitas IPA, daarna en paar Corona om uiteindelijk bij Bud Light terecht te komen. En zo komt er aan de week die op biergebied zo mooi begon, toch nog een teleurstellend einde. Meer is dus niet altijd beter.

zaterdag 1 juni 2019

Kveik met 5 verschillende gisten

Inmiddels heb ik vijf verschillende soorten Kveik 'gisten' in mijn bezit. In het hobbybrouwwereldje zijn de gisten best al wel bekend. Bij het grote publiek nog niet en ik betwijfel of dit ooit gaat gebeuren. Ik zie hierbij een link met saisongisten. Een aantal jaar geleden zou er op elke tap wel minstens een saison staan, maar nu zie ik er nog maar weinig. Dit ligt naar mijn mening aan de uitvoering en aan de smaak van de bierdrinker. Veel saisons die ik geproefd heb, waren te zoete blondbieren die weinig tot geen saisonkarakter hadden. Denk hierbij aan de versie van Brand. Geen goede gist, geen behoorlijke (hoge) temperatuurcontrole, zoiets. De echte saisons, droog en kurkig zijn gewoon niet de smaak van de menigte. Het wijkt te veel af en dat zal voor Kveik ook gaan gelden. 

De vergelijking met saisons gaat echter op een andere manier mank, omdat niet alle kveik-'gisten' makkelijk op een hoop zijn te vegen. De smaakprofielen van deze micro-organismen zijn verschillend door de unieke samenstelling van diverse Saccharomyces, soms wat Lactobacillus en wellicht nog andere cellen en ook niet te vergeten de vergistingstemperatuur. Over de smaken later in dit artikel meer.

Welke Kveik?


Op dit moment heb ik de onderstaande stammen. De nummers zijn aan de gisten gegeven door Garshol.
    #1 Gjernes
    #5 Hornindal
    #10 Framgarden
    #16 Simonaitis
    #17 Midtbust


In het onderstaande overzicht, afkomstig van de kveikexpert Garshol zijn de aanwezige stammen met afkomst en eigenschappen gepresenteerd. 


De stammen zijn uniek vanwege de vindplaats en beperkte verspreiding per stam. Opvallend is dat de er verschillen zijn in aantal verschillende stammen, vermogen tot het vormen van fenolen, aanwezigheid van bacteriën en soort vergisting (hoog, laag). 

Smaakomschrijvingen

Per stam heb ik gezocht naar informatie over de smaak. Over sommige stammen is veel te vinden, voor andere kveiks moet je het hebben van een enkele gedocumenteerde brouwpoging.

Gjernes 
Taste: Orange peel, earth, and Christmas spice.
The people from the farm of Gjernes, Sigmund among them, used kveik from Brynjulv Gjernes. When Sigmund moved to his own farm he mixed it with kveik from a neighbour, Kåre Hovda. Hovda had his kveik from Bordalen. The people at Gjernes used to get kveik from Veka in Dyrvedalen.

Hornindal
Taste: Soft, milky caramel with mushroom and tropical fruit notes.
Terje got the yeast from Olav Sverre Gausemel in the 1990s. It has not been mixed with any other yeast since.

Framgarden
Taste: flavors of pineapple, candy, and perhaps Riesling-like flavors, along with other pleasant, but difficult to describe flavors at both at normal (22C) and high fermentation temperatures (35C).  This strain is not very flocculant and should be great to use for a NEIPA.  Has a clean finish with no off-flavors that we can detect. Note that this is not a true kveik which has multiple strains and sometimes bacteria. 

Simonaitis 
Taste: an intriguing mix of orange, tropical fruit and stonefruit esters that is reminiscent of POG Juice (passionfruit, orange, guava), and produces distinct spicy/earthy/herbal undertones.
While not a traditional “kveik” yeast, it handles high temperatures and high gravity worts well, with an upper fermentation temperature of 95 ºF and a high alcohol tolerance (>10%). Simonaitis gets the yeast from his neighbours. Apparently he doesn't always get from the same neighbours, so there may be more than one culture in the village. Where the neighbours have the yeast from is not known.


Midtbust
Smell: Moderate orange peel and pineapple and sweet grainy malt. Some subtle pine, lemon, herbs, and hay.

Taste: Orange peel and pineapple again lead with some cherry and light grainy malt sweetness. The finish is a low but refreshing hoppy bitterness with a lingering herbal character.


Best wel een flinke variatie in smaken, maar een smaakomschrijving is maar net zo goed als het smaakpalet -en ervaring van degene die het leest, dus deze brouwsessie zal er een wort worden geproduceerd. Deze wordt afzonderlijk vergist met de 5 stammen. De hoeveelheid gist en de temperatuur zullen hierbij vergelijkbaar moeten zijn, zodat er wel een eerlijke vergelijking kan worden gemaakt. 

Het recept

Voor het recept wilde ik aan de ene kant dicht bij een Farmhouse Ale blijven. Aan de andere kant worden er ook kveikbieren gebrouwen die gebruik maken van nieuwe hopsoorten en caramouten. 
De basis bestaat uit pilsmout aangevuld met twee lichte caramoutsoorten. De toevoeging van de roggemout geeft een wat notige, granige smaak die prima past in het concept kveik. 

In eerste instantie wilde ik een fruitige, Amerikaanse hop gebruiken om zodoende een soort NEIPA te brouwen. Met veel hop aan het einde van het koken, whirlpool en drooghop. Omdat ik toch weer niet te zo ver van de oldschoolbenadering wilde afwijken, heb ik gekozen voor de Pekkohop. Dit is hop die eigenschappen heeft van nobele hop, met veel kruidige smaken, zoals mint. Om het toch wel hoppig te krijgen, is er wel genoeg aan het einde van het koken toegevoegd.


Gewenst begin SG---- : 1056
Brouwzaalrendement-- : 70 %
Totaal brouwwater--- : 31.4 liter
Spoelwater---------- : 9.4 liter
Maischwater--------- : 22 liter
Kooktijd------------ : 20 minuten
Berekende kleur----- : 15.9 EBC (Morey)
Berekende bitterheid : 29 EBU (Tinseth)
 

73%   3981 g Pilsmout 3 EBC                    3    EBC  
8%       436 g Cara-amber                        60   EBC  
4%       218 g Carapils (D)                        2.5  EBC  
15%     818 g Roggemout                         10   EBC  
 

8 g  15 %az  60 min P Pekko                             
15 g  15 %az  10 min P Pekko                        
15 g  15 %az  5 min P Pekko                                
15 g  15 %az 0 min P Pekko                        

                    
45m/67°C Maischdikte is: 4.03 L/kg
20m/73°C Maischdikte is: 4.03 L/kg
1m/78°C Maischdikte is: 4.03 L/kg 

 

De proefnotities zijn HIER te lezen.